WIE KAN IK NOG VERTROUWEN?
|
|||||||||||||
Homoseksueel in nazi Duitsland en bezet Nederland |
|||||||||||||
En heel soms de testikelsVerhalen over castratie en oorlogsleed te over, in de Nederlandse homo-geschiedenis. Maar veel is overdreven, relativeert historicus Theo van der Meer. Door Peter Giesen Testikeltransplantatie, dat was een veelbelovende therapie tegen homoseksualiteit, meende de rector-magnificus van de Gemeentelijke Universiteit Amsterdam in 1935. ‘In de Eerste Wereldoorlog was ermee geëxperimenteerd met mannen die aan het front hun teelballen waren kwijtgeraakt. Er werd een geval beschreven van een notoire homoseksueel, die na zijn operatie de verpleegster in de billen kneep en niet meer te houden was', zegt historicus Theo van der Meer. Rector Stomps was overigens een progressief man, die voor afschaffing van de strafwetten tegen homo's pleitte. Maar ook voor deze bioloog was ‘de beste homoseksueel een genezen homoseksueel', aldus Van der Meer. Als alle homo's heteroseksuele ballen zouden krijgen, was het probleem meteen de wereld uit. Deze week gaf Van der Meer een lezing over de castratie van homo's voor, tijdens en na de Tweede Wereldoorlog, in het Verzetsmuseum in Amsterdam. Hij werd hiervoor uitgenodigd nadat hij in Het Parool forse kritiek had geuit op een expositie over homo's in nazi-Duitsland en bezet Nederland, die nog tot en met 28 januari in het Verzetsmuseum loopt. ‘Ik vind dat de tentoonstelling een onjuist beeld van slachtofferschap geeft. Om een voorbeeld te geven: in november 1943 werd een inval gedaan op een homoseksueel bal masqué in Den Haag. Volgens de tentoonstelling werden alle mannen opgepakt en tot een werkstraf veroordeeld. Maar uit het politierapport blijkt dat ze 's nachts om vier uur zijn vrijgelaten.' Castratie Voor het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis deed Van der Meer onderzoek naar de castratie van homoseksuelen voor, tijdens en na de Tweede Wereldoorlog. ‘Over castratie deden ook de nodige gruwelverhalen de ronde, alsof homo's zo maar van straat werden geplukt en gecastreerd', zegt Van der Meer. Uit dossiers en andere bronnen rees een veel genuanceerder beeld op. Tussen 1930 en 1970 werden zo'n vierhonderd mannen gecastreerd, die tbr (ter beschikkingstelling aan de regering, de voorloper van tbs) opgelegd hadden gekregen. 40 procent daarvan werd homoseksueel genoemd, maar tegenwoordig zouden wij eerder over pedofielen spreken: ze waren veroordeeld wegens ontucht met jongens onder de 16 jaar. Slechts een kleine groep van deze tbr-castraten, minder dan twintig mannen, zouden in de hedendaagse terminologie voor homo's doorgaan. De discussie over castratie ontvlamde nadat in 1928 de tbr was ingevoerd. Spoedig zaten de asiels voor psychopaten overvol. Castratie zou ruimte scheppen. Maar de ingreep wekte veel weerstand in het religieuze Nederland van de jaren dertig. Katholieken en protestanten associeerden castratie met sterilisatie en eugenetica. Zij vonden dat de mens niet mocht ingrijpen in de voortplanting, ook niet bij zedendelinquenten. Artsen van tbr-klinieken waren vaak groot voorstander van castratie. ‘Zij stonden ook voor een onmogelijke opgave. De inrichtingen waren overvol. Van behandeling was eigenlijk geen sprake. Bovendien stonden de artsen onder druk om elk jaar een flink percentage patiënten te ontslaan, zodat er ruimte was voor nieuwe delinquenten', zegt Van der Meer. ‘Zo'n inrichting was ook een seksuele snelkookpan. Bij de tbr-kliniek Veldzicht werd eind jaren dertig een boerderij gebouwd, waar de patiënten konden werken. Volgens een verslag van een psychiater was het een chaos. De exhibitionisten exhibitioneerden zich, ook de homo's kregen exhibitionistische neigingen en geen van allen konden ze van de dieren afblijven.' Castratie moest vrijwillig gebeuren. De operatie werd gezien als therapie, niet als straf, want lijfstaffen waren al in de 19de eeuw verboden. Van der Meer: ‘Die vrijwilligheid was natuurlijk betrekkelijk. Die mannen hadden de keuze tussen levenslange opsluiting en castratie. Er werd ook grote druk uitgeoefend. Ik kwam een geval tegen van een man die eenzaam werd opgesloten, om te bevorderen dat hij zich zou laten castreren.' Erectie De operatie had ingrijpende gevolgen. Direct na de castratie konden mannen nog een erectie krijgen, omdat er een buffer van testosteron in het lichaam was achtergebleven. Maar na verloop van tijd verdween het libido. In de loop van de jaren zestig raakte castratie als therapie in onbruik. Psychiaters stelden zich minder autoritair op en kregen steeds meer twijfels over het vrijwillige karakter van de behandelingen. Ook andere ingrijpende therapieën werden niet meer toegepast, zoals de shocktherapie of de insulinekuur. Bij deze therapie, die lang gold als een uitstekend middel tegen depressiviteit, werd de patiënt met insuline in een coma gebracht en weer wakker gemaakt, waarna hij als herboren door het leven zou moeten gaan. Ondanks al deze therapieën zit de samenleving nog altijd met zedendelinquenten in haar maag. Bij tijd en wijle klinkt de roep om ‘chemische castratie'. terug |