WIE KAN IK NOG VERTROUWEN?
Homoseksueel in nazi Duitsland en bezet Nederland

Bij de opening van de tentoonstelling ‘Wie kan ik nog vertrouwen' in het Verzetsmuseum

Amsterdam op 21 september 2006

Het zal zo'n 10 jaar geleden zijn dat het Homodok, dat toen nog niet in IHLIA was opgegaan, na het indienen van een subsidieaanvraag bij de Raad voor Cultuur te horen kreeg dat de raad de aanvraag afwees. De Raad meende dat onze activiteiten niet meer nodig waren voor het homofiele deel van de natie. Onze repliek, dat alleen al deze formulering er blijk van gaf dat die activiteiten nog steeds broodnodig waren, heeft toen geen zoden aan de dijk gezet. Ik denk niet dat u dat zal verbazen. De emancipatie van het homofiele volksdeel was 10 jaar geleden immers zo goed als voltooid. U en wij wisten wel beter. En helaas hebben we daar gelijk in gekregen. Intolerantie, discriminatie, fysiek en verbaal geweld bestaan niet alleen nog steeds, maar zijn toegenomen. Bovendien maakte de Raad de vergissing te denken wij ons alleen maar op homoseksuelen en lesbiennes richten.

Om te overleven en zich te ontwikkelen hebben mensen, organisaties en hele samenlevingen kennis nodig. Kennis over zichzelf, over hun fysieke omgeving en hun sociale omgeving. Hoe beter de toegang tot goede en betrouwbare kennis is, des te beter zijn de mogelijkheden tot overleven, ontwikkeling en een tolerante samenleving. Dat geldt voor alle individuen en partijen, ongeacht gender, kleur en overtuiging.

Intolerantie, discriminatie en de gevolgen ervan, kunnen volgens mij maar op één manier bestreden worden: door onwetenden wetend te maken. Dus door ervoor te zorgen dat er toegang is tot betrouwbare kennis. Dat gebeurt via opvoeders, leeftijdgenoten, in het onderwijs,instellingen en anderen waarmee men in aanraking komt. Maar dan moet men wel over de juiste informatie in de juiste vorm kunnen beschikken.

En daar staat IHLIA voor, IHLIA geeft toegang tot kennis op drie manieren:

• via een bibliotheek- en documentatiefunctie: door het ontsluiten en beschikbaarstellen van informatie;

• via een Archieffunctie: door het selecteren en bewaren van documenten en nalatenschappen;

• en via een Museale functie: het in diverse vormen tonen van aspecten van het leven van homoseksuele mannen en lesbische vrouwen

Hoe meer zintuigen geprikkeld worden des te groter is de kans dat de informatie daar komt, waar deze thuishoort.

IHLIA is er bijzonder trots dat het, dankzij de Rechtsherstelgelden Homoseksuelen Tweede WO, de tentoonstelling ‘Wie kan ik nog vertrouwen? : homoseksueel in nazi Duitsland en bezet Nederland' kon realiseren. Het biedt de mogelijkheid tot kennisname en reflectie, dus tot persoonlijke ontwikkeling.

Het is niet de eerste en ook niet de laatste keer dat IHLIA zich op deze wijze van haar taak kwijt. Na eerdere, kleinschalige exposities denk ik aan de tentoonstellingen “25 jaar ontsluiting” en ‘Wij gaan ons echt verbinden”. Gelukkig houdt het daarbij niet bij op. Er zijn nog meer activiteiten in de pijplijn, die erop gericht zijn de zichtbaarheid te vergroten van homomannen en lesbische vrouwen.

Om de aandachtslijn van deze tentoonstelling naar het heden door te trekken wil ik uw aandacht vestigen op de tentoonstelling van Zanele Muholi die van 26 september tot en met 5 oktober plaatsvindt bij Galerij 32- 34 in Amsterdam Osdorp. In het kader van het Afrovibes festival 2006 brengt zij een heftige en confronterende multimediashow, over hoe het is om zwart en lesbisch te zijn in het Zuid-Afrika van vandaag.

Daarnaast willen Gert Hekma, Theo van der Meer en IHLIA u uitnodigen voor een kleine herdenking aanstaande zondag 24 september om 5 uur op het Homomonument. Het is die dag 275 jaar geleden dat 21 sodomieten werden geëxecuteerd als onderdeel van de Faanse gruwelen. En voor alle duidelijkheid Faan is een gehucht ten westen van Groningen.

Rest mij allen dank te zeggen, die samen met IHLIA deze expositie mogelijk hebben gemaakt en daarbij denk ik hier in het bijzonder aan de positieve medewerking van diverse verzetmusea waaronder dit verzetsmuseum in Amsterdam.

Ik hoop dat deze tentoonstelling er op zijn reis toe bijdraagt, dat velen kennis zullen nemen van de sociale en fysieke omgeving, waarin homoseksuele mannen en lesbische vrouwen in een donkere periode in de Europese geschiedenis zich moesten ontwikkelen en overleven. En dat dit bijdraagt aan een tolerantere samenleving.

Albert K. Boekhorst

IHLIA, voorzitter

terug